Soulheld Bobby Womack (70) overleden

De jonge Bobby groeide in de jaren ’40 en ’50 op in Cleveland. Samen met zijn vier broers vormde hij de gospelgroep the Womack Brothers. Hun doorbraak kwam in 1956 toen ze onder de hoede kwamen van de zanger van een andere gospelgroep, the Soul Stirrers. Die andere zanger was Sam Cooke. Cooke ging al snel solo en groeide in recordtempo uit tot een grootheid in de soulmuziek. The Womack Brothers veranderden hun naam in The Valentinos en kwamen bij Cooke onder contract.

In 1964 schreef Bobby samen met zijn schoonzus Shirley het nummer ‘It’s All Over Now’. The Valentinos scoorden er een minieme hit mee in de Billboard Hot 100 en bereikten in juni de 94e plaats. Toevallig waren op dat moment the Rolling Stones in de Verenigde Staten, voor hun eerste Amerikaanse tournee. Op bezoek in een New Yorks radioprogramma kregen ze het nummer te horen tijdens een interview. De Stones vonden het meteen geweldig, en al negen dagen later, nog tijdens hun Amerikaanse tour, namen ze een cover op.

Bobby Womack vond het aanvankelijk maar niks en zei tegen Jagger dat ie maar zelf een liedje moest schrijven. Womacks manager overtuigde de zanger echter, waarna Jagger en consorten de studio in gingen. De versie van The Stones bereikte binnen een maand de bovenste plek in de Britse hitlijst en plaats 26 in de Billboard. Een half jaar later kreeg Bobby een overzicht met verdiende royalties onder ogen, waarna hij Jagger meedeelde dat hij voortaan elk nummer mocht opnemen dat hij maar wou…

Aan het succes van the Valentinos kwam in december 1964 echter al een triest einde, toen hun mentor Sam Cooke werd doodgeschoten. De broers Womack waren kapot van het nieuws en hieven de groep op. Drie maanden later baarde Bobby echter opzien, door te trouwen met de weduwe van Sam Cooke. De familiebanden werden enkele jaren later een tikje ingewikkeld, toen de dochter van Sam Cooke, Linda, trouwde met de broer van Bobby Womack, Cecil. Waardoor Bobby zowel de stiefvader als de zwager van Linda was. Linda en Cecil vormden samen het duo Womack & Womack en scoorden in Nederland een vijftal hits, waaronder in 1988 de nummer één-hit ‘Teardrops’.

Bobby Womack ging eind jaren ’60 aan de slag als gitarist en componist. Zo speelde hij mee op albums van Aretha Franklin, Sly & the Family Stone en Joe Tex en schreef hij nummers voor Janis Joplin en Wilson Pickett. In 1968 bracht hij zelf zijn debuutalbum uit. In de jaren ’70 leverde hem dat een aantal hits op in de Amerikaanse Billboard Hot 100 en Billboard R&B-lijst. In de Hot 100 bereikte hij de top 10 met ‘Lookin’ For A Love’ (#10 in 1974).

In de R&B-lijst schopte hij het tot de eerste plek met ‘Woman’s Gotta Have It’ (1972) en ‘Lookin’ For A Love’ (1974) en pakte hij grote hits mee als ‘That’s The Way I Feel About Cha’ (#2 in 1971), ‘Harry Hippie’ (#8 in 1972), ‘Across 110th Street’ (#19 in 1973), ‘Nobody Wants You When You’re Down And Out’ (#2 in 1973) en ‘You’re Welcome, Stop On By’ (#5 in 1974). Dat zijn geen nummers die je van 3FM zult kennen, maar het maakte van Bobby wel een grote naam in Amerika.

In 1974 sloeg het noodlot echter opnieuw toe, toen Bobby’s broer Harry overleed. Harry speelde mee op alle soloalbums van Bobby en ging samen met hem op tournee. Harry werd echter na een ruzie op 28-jarige leeftijd door zijn vriendin doodgestoken. Een week na diens dood bereikte ‘Lookin’ For A Love’, de laatste opname van Bobby waarop Harry de achtergrondzang deed, de eerste plaats in de Billboard R&B-lijst; er werden 2 miljoen platen van verkocht. In 1978 overkwam Bobby een nieuwe ramp, toen zijn vier maanden oude zoontje Truth overleed. Bobby kwam thuis en riep zijn vrouw bij zich om over zijn belevenissen te vertellen.

Zijn vrouw wilde haar zoontje eigenlijk niet alleen in zijn bedje laten, maar liet zich toch overhalen. Tien minuten later ging Bobby bij Truth kijken, maar die was tussen het bed en de muur gevallen en had zich verstikt. Het kindje was in coma geraakt en overleed een week later. Bobby beschouwde dit als de grootste tragedie in zijn leven en gaf er zichzelf de schuld van. Het was ook de reden dat Bobby weggleed in een cocaïneverslaving, die hem zijn creativiteit kostte. Een tweede zoon, Vincent, overleed 1986 op 21-jarige leeftijd; Vincent pleegde zelfmoord uit liefdesverdriet.

De ommekeer voor Bobby Womack kwam halverwege de jaren ’90, toen hij van de drugs afkickte. Het leverde hem in 2010 zelfs een Mega Top 50-hit. Damon Albarn, zanger van Blur en Gorillaz, zocht Womack op met plannen voor een samenwerking. Dat resulteerde in de single ‘Stylo’, die in februari 2010 bij ons een twaalfde plaats bereikte.

In 2012 volgde het Bobby Womack-album The Bravest Man In The Universe, een waardige comeback van de soulzanger, en geproduceerd door Albarn, die bovendien op drie nummers te horen is. In de Album Top 100 werd dit met een 79e Bobby’s enige albumhit in Nederland. In 2013 trad Womack op op het Glastonbury Festival en verzorgde Albarn een gastoptreden tijdens zijn show.

Bobby Womack wist dat ernstig ziek was; zijn Alzheimer werd ontdekt omdat hij merkte dat hij songteksten en namen van vrienden en bekenden begon te vergeten. Bobby wilde echter nog één keer alles uit de kast halen op een afscheidsalbum. Zijn 28e plaat moet The Best Is Yet To Come gaan heten, een wrange titel gezien de dood van Womack.

Bobby had voor het album al opnamen gemaakt met Albarn, maar ook met Rod Stewart, Stevie Wonder, B.B. King, Ron Wood, Eric Clapton, Snoop Dogg en Ronald Isley (van die andere jaren ’60 soulband met broers, the Isley Brothers). Tien nummers zijn al gereed; het album komt ongetwijfeld dit jaar postuum uit. Hopelijk is het een waardig afscheid van deze soullegende.