Do you speak Eurovisie? – De taal van de Songfestivalliedjes uitgelegd
- Nieuws
- Do you speak Eurovisie? – De taal van de Songfestivalliedjes uitgelegd
Het Songfestival draait om toeters en bellen, grootse acts of juist intieme optredens — maar luister je écht goed, dan ontdek je iets wat minstens zo spannend is: taal. Want elk jaar kiezen artiesten bewust (of juist héél bewust níét) voor een bepaalde taal. Engels, de eigen moedertaal, een mix, of soms zelfs een verzonnen taal. Achter die keuze schuilt veel meer dan je op het eerste gehoor zou denken.
Waarom niet gewoon in het Engels?
Engels is handig. Iedereen snapt het, je scoort er punten mee bij de jury, en je nummer is ineens Spotify-ready voor heel Europa. Toch kiezen steeds meer artiesten op het Songfestival bewust voor iets anders. Waarom? Nou, daar zit een verhaal achter.
Terug naar het begin: taal was vrij spel
In de eerste jaren van het Songfestival (1956 tot 1965) zong iedereen in welke taal ze wilden. Tot Zweden ineens in het Engels opdook. Dat vonden veel landen maar raar — en dus kwam er een taalregel: je moest zingen in je nationale taal. Vanaf 1973 werd die regel weer losgelaten en dat had meteen effect.
ABBA won in 1974 met 'Waterloo' in het Engels.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Een jaar later scoorde Nederland met 'Ding-a-Dong', ook in het Engels. De boodschap was duidelijk: wie op wil vallen, kiest voor verstaanbaarheid.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Taal is meer dan strategie
Toch is taal op het Songfestival niet alleen een slimme zet — het is óók een manier om iets van jezelf te laten zien. Je roots. Je identiteit. En soms zelfs je gevoel voor humor. Kijk maar naar België in 2006. In plaats van te kiezen tussen Frans of Nederlands, stuurden ze gewoon een nummer in een verzonnen taal: '*Ishtar* *O Julissi*'. Geen taalstrijd, wel mysterie. En het werkte.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
2025: meertaligheid is populair
Fast forward naar nu. Dit jaar is echt bijzonder: voor het eerst sinds het verdwijnen van de taalregel zijn de meeste inzendingen níét in het Engels. Artiesten durven weer. Niet alleen in hun moedertaal, maar ook in mixvormen of met knipogen naar andere culturen.
Neem 'C’est La Vie'. Een klassieke meertalige aanpak: Engels gemixt met Frans. Claude zingt normaal in het Nederlands en Frans, maar koos dit keer bewust voor een combinatie van Engels en Frans. Een slimme zet: het Engels maakt zijn nummer toegankelijker voor het grote Eurovisiepubliek, terwijl het Frans dichtbij hem blijft. Claude werd geboren in Congo, groeide op in Nederland en die meertaligheid is inmiddels gewoon wie hij is.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Serving Kant: taal met een knipoog
En dan hebben we 'Serving' uit Malta. Wat daar gebeurt? Taalkundig goud. ‘Kant’ betekent ‘zingen’ in het Maltees, maar klinkt óók als een pittige term uit de queer- en dragscene. Het is speels, zelfverzekerd en slim. Meertaligheid met een knipoog.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
'Bara Bada Bastu': voor wie oplet
De Zweedse inzending 'Bara Bada Bastu' doet iets bijzonders. Het is voor het eerst sinds de afschaffing van de taalregel dat Zweden weer volledig in het Zweeds zingt. Maar dat is niet alles: er zitten ook Finse woorden in verstopt. Waarom? Nou, Zweden kennen vaak net een handvol Finse woorden — meestal scheldwoorden, telwoorden of zinnen als “Ei saa peittää” (oftewel: “Niet bedekken”). Die zie je op vrijwel elke verwarming in Scandinavië staan.
Kortom: een grapje dat alleen Scandinaviërs snappen. Maar juist dat maakt het leuk. Muziek voor wie oplet.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Dus, waarom zou je níét in het Engels zingen?
Dus nee, Engels is niet altijd de beste keuze. Soms laat een taal precies zien wie je bent. Dus let tijdens de finale niet alleen op de outfits en performance— luister ook naar de woorden. Daar zit vaak het echte verhaal.