Hoe ben je een goede programmeur in een poppodium in een tijd dat boven elke boeking een donderwolk hangt? Lisa de Jongh (Patronaat en Welcome To The Village) en Robert Meijerink (Doornroosje, Merleyn, Valkhof Festival en ESNS) over de dilemma’s in een vak dat compleet veranderde. En alvast over hoe 2021 eruit dreigt te zien.

Wie anno 2020 wil programmeren moet zich overgeven aan het leed dat verplaatsen heet. Sommige shows zijn ondertussen al drie à vier keer doorgeschoven om uiteindelijk bij de volgende onzekere datum te belanden. ‘We gaan uit van vijf verplaatsingen per dag’, vertelt programmeur Lisa de Jongh. ‘Het kost heel veel tijd. Niet alleen intern maar ook richting je publiek dat al voor het kaartje heeft betaald.’ Komt nog eens bij dat de verplaatsingen alweer zo regulier zijn dan ze opeens in contracten komen te staan. De Jongh: ‘Je moet vaak meerdere schaduwopties vastleggen. Als de show in april niet doorgaat is er al een optie in oktober, en als die niet doorgaat is er één in het voorjaar van 2022. Je hebt nu drie data bij één band. Het nadeel is dat de agenda volloopt. Je moet soms een andere artiest weigeren omdat je daar zo’n derde of vierde optie hebt. Als je een heel mooie band krijgt aangeboden moet je soms onderhandelen om zo’n schaduwoptie weer te verzetten. Al met al is het hele omslachtige en vervelende werkwijze, maar het is ook wel logisch dat iedereen een soort van zekerheid wil inbouwen’

We spreken Lisa de Jongh (van Patronaat in Haarlem en festival Welcome To The Village) en Robert Meijerink (van Doornroosje en Merleyn in Nijmegen en festivals Valkhof en ESNS) over het jaar waarin hun vak compleet veranderde. We vragen hoe het is verlopen, hoe het nu gaat en wat hun toekomstbeeld is.

De twee programmeurs weten ondertussen wat het jaar 2020 inhoudt, maar in maart is de verwachting nog een stuk optimistischer. ‘We verplaatsten de meeste shows naar mei,’ zegt Robert Meijerink. ‘Achteraf misschien naïef, maar op dat moment deden alle zalen het.’ Hij is op 6 maart nog bij Canshaker Pi in Merleyn. Een dag later maakt hij nog een praatje met de kids die ’s ochtends al in de rij staan voor de uitverkochte Doornroosje-show van Cavetown. ‘Het was heel fris, daar maakte ik me vooral zorgen over. We hebben nog wat water voor ze gehaald.’ In het Patronaat zijn de middag voor de eerste persconferentie nog schoolbandjes aan de slag. De Jongh: ‘Popppodia maakten zich nog geen zorgen. Ik dacht zelf dat de capaciteit zou veranderen, niet dat alles meteen dicht zou gaan.’ En toen stonden Mark Rutte en Hugo de Jonge achter hun desks, doventolk Irma Sluis in het midden.

Het eerste gevolg: chaos. Meijerink: ‘Het was heel veel bellen. Achterhalen of shows verplaatst konden worden. Pure damage control. Ik had constant overleg met Italië. Hoe pakken jullie dit aan? Wat zijn de regels?’ De Jongh: ‘Het was cancellen en verplaatsen. Ik leek wel een tandartsassistente die de hele tijd mogelijke data moest opsommen aan de boekers. Ik had contact met heel veel partijen en moest ook het publiek inlichten. De ticketingpartners konden de wijzigingen in het programma en bezoekerscommunicatie bijna niet meer bijhouden. Het was heel moeilijk om ergens enige structuur in aan te brengen.’ De korte termijn blijkt al snel een lange termijn te worden. Meijerink noemt de show van Eefje de Visser als voorbeeld. ‘Ramuitverkocht in april. Eerst ging hij naar juni. Daarna werd het september. Het is nu januari, maar we ontkomen niet aan een volgende verplaatsing. Het is één grote maalstroom aan artiesten. Het lijkt wel lucht verplaatsen.’

Tijdens de intelligente lockdown droogt het internationale aanbod vrij rap op. Na de zomer merken ze dat dit aanbod weer mondjesmaat op gang komt. Maar wat boek je? Meijerink: ‘Met de maanden januari tot en met april 2021 ben ik nu al helemaal gestopt. Dan heb ik het over gewone boekingen, niet de Covid-shows die we momenteel doen. Maar voor daarna zijn we redelijk ouderwets aan het boeken waarbij we uitgaan van normale capaciteiten. Wij zijn bezig met namen uit Scandinavië, Duitsland, Frankrijk. Bewust Europees. Het komende half jaar is er niets uit landen buiten Europa. Londen is ook al lastig. Engelse bands zitten niet te wachten op quarantaine.’ Het nadeel van de nieuwe boekingen ziet hij ook in. Gecombineerd met de doorgeschoven concerten wordt het overvol. De Jongh ziet een ander pijnpunt bij dergelijke nieuwe boekingen: ‘Sommige zalen zeggen: als een boeking binnen is, is hij binnen, ook als we ermee moeten schuiven. Dat is een werkwijze. Ik doe het niet. De tijd haalt je in. Het kan zijn dat een band in een vroeg stadium wel in je zaal past, maar later niet. In plaats dat ze trouw zijn, zeggen ze misschien: sorry we cancellen deze inmiddels te kleine zaal en gaan voor twee keer Paradiso. We hadden King Gizzard geboekt voor een grote show. Dit was nog niet aangekondigd. We hoopten dat ze loyaal zouden blijven aan Patronaat, maar uiteindelijk verlies je zo’n band toch aan festivals. Een band kan groter of kleiner worden, kan nu urgent zijn en later niet. De vraag is dan: hoe lang houd je beiden aan het toerschema van toen vast?’

Een andere ontwikkeling waar de programmeurs mee te maken krijgen is dat boekers meer financiële zekerheid proberen te krijgen. Meijerink: ‘Er kwamen een paar partijen die 100% vooruitbetaling vroegen. Daar zijn gesprekken mee gevoerd. We zijn in goed overleg tot de conclusie gekomen dat het niet mogelijk is.’ De Jongh: ‘Gewoonlijk betaal je 30 dagen vooraf 50% en een dag na de show 50%. Ik begrijp waarom sommigen opeens alles vooraf wilden. Het heeft met liquiditeit te maken. Maar dat is voor een poppodium ook van belang. Als een show niet verkoopt, lijd je veel verlies. En als een band afzegt, is maar de vraag hoe je het terugkrijgt.’ Ze vertelt dat de partijen er met een bemiddelaar uit zijn gekomen. De Jongh: ‘In een gesprek kom je erachter dat je allebei moet overleven, maar niet ten koste van elkaar. Gelukkig kom je dan samen tot een werkbare oplossing waarbij ieders positie telt.’

Maar goed, dan moeten natuurlijk wel tickets verkocht worden. ‘Soms is er opeens een opleving,’ zegt Meijerink, ‘dan heeft een artiest iets gepromoot of goede media gehad. Los daarvan kunnen we stellen dat de kaartverkoop van reguliere shows nagenoeg stil ligt. Dat er soms een opleving is, geeft me vertrouwen. Dan heeft het publiek geloof dat een show doorgaat.’ De Jongh: ‘De kaartverkoop van de anderhalvemeter-shows gaat goed. Maar hoe verder we van dit moment zitten, hoe trager het gaat. Mensen geven liever geen geld uit aan onzekerheid. Op een ticketregeling zitten ze ook niet te wachten. De huidige trend is dat alles heel last minute is.’ Meijerink: ‘Rond de Vierdaagse hadden we veel Covid-shows. Altin Gün en Jungle By Night gingen heel snel. Ze deden er twee op een avond. Ik zag er opvallend veel jong publiek. We hadden ook Navarone geboekt, een lokale band die gewoonlijk heel hard gaat qua kaartverkoop. Nu ging het langzamer dan normaal, al verkocht het uiteindelijk wel uit. We hadden het erover met de band. Ze hebben een fanbase van 12 tot 72, heel divers. Daar zit dus ook een risicogroep bij. Dat heeft effect. Mensen zijn op hun qui vive. Je hoort dat sommigen niet naar de supermarkt durven. Dan gaan ze ook niet naar een concert.’

Ook Meijerink ziet de dynamiek van de korte termijn. Shows onder covid-voorschriften worden nu soms drie weken van tevoren aangekondigd in plaats van, zeg, een half jaar. Er is minder tijd en geld voor marketing, maar er hoeven ook minder kaarten te worden verkocht. Deze Covid-shows ver vooruit boeken vinden ze beiden onzinnig. Meijerink: ‘Je weet niet of de artiest dan nog zin heeft. Misschien zit het allemaal überhaupt wel dicht.’

Met het Valkhof Festival heeft Meijerink een andere uitdaging. De programmering was dit jaar al voor 80% rond. Meijerink: ‘We zijn het gesprek met de artiesten aangegaan. Wil je naar de club verplaatst worden? Wil je het doorzetten naar volgend jaar? Vanuit Doornroosje hebben we voor het respect voor de artiest gekozen. Dat is belangrijk. Tegelijkertijd houdt het doorschuiven me bezig. Valkhof programmeert op het scherpst van de snede. Veel bandjes hebben nu een album en een momentum. Maar muziek gaat verder. Mogelijk ontwikkelen ze zich niet. Alle namen een jaar later verplaatsen roept vragen op. Dat is iets waar alle programmeurs nu mee worstelen.’ De invulling van ESNS verkeert ook in onzekerheid. Vorig jaar rond deze tijd waren al meer dan honderd namen aangekondigd. Nu nul. We zijn vooral bezig een Covid-proof basis te leggen voor het festival. Tot voor kort was er nog sprake van de komst van internationale artiesten naar Groningen. Meijerink: ‘Sinds de laatste persconferentie is dat weer onzekerder geworden. Wel hebben internationale artiesten de intentie uitgesproken dat ze nog steeds naar Groningen willen komen. Dat is belangrijk. Al koop je er niets voor als het code rood is.’ Het festival vindt in ieder geval voor een deel digitaal plaats.

Ook Patronaat heeft zich op het scherm gericht. Tijdens de lockdown heeft het podium steun van de gemeente en fondsen gekregen zodat het personeel zich kon omscholen tot een live streaming team. Ook was er geld voor de benodigde apparatuur. Het doel is om de kwaliteit van de gestreamde shows steeds te verbeteren en mogelijk te verkopen. In Nijmegen denkt Meijerink na over nieuwe opties. ‘Bijvoorbeeld aan een Covidproof festival. Of een grotere locatie. Dat heeft Utrecht goed gedaan met het SCALA Theater. Die waren er snel bij.’ Bij het boeken van covid-concerten in Haarlem ligt de focus op regionaal talent. De Jongh: ‘Het is belangrijk dat podia nu hun plek in de regio gaan opeisen voor lokaal talent. Dat doen wij nu met GUYY. Die band zou de Popronde spelen, hoopte op een plek op Noorderslag. Wij zorgen dat ze toch enige ruimte en begeleiding krijgen.’ De eerste bands die in Nijmegen werden geboekt waren ook lokale acts als Paracetamøl, Foxlane, The Hubschrauber en het eerder genoemde Navarone. Beiden merken tegelijk dat het publiek steeds regionaler wordt omdat mensen minder geneigd zijn om te reizen.

De Jongh ziet in de regio ook problemen ontstaan. ‘De valkuil is dat we allemaal in dezelfde vijver vissen. Veel shows zijn uitgesteld. Veel artiesten zijn aan het schrijven gegaan. Dus is het aanbod klein. Het komt nu voor dat een artiest vaker speelt in de regio. Gewoonlijk hebben we in de omgeving overleg. De ene keer speelt een act in Victorie, de andere keer in P60, dan bij ons, enzovoort. Nu zit je elkaar meer in de weg.’ Toch nog een positive note: ‘We hebben tegelijkertijd meer overleg dan ooit. We proberen juist met z’n allen een nieuw concept te verzinnen. Als je iets gezamenlijks neerzet, voorkom je een copy/paste-programmering.’ Ze merkt dat het aanbod voor het festival Welcome To The Village groter is. De Jongh: ‘Je merkt dat buitenlandse bands die in Europa zouden gaan toeren, alsnog hun schema volplannen met festivals in 2021, alsof er niets aan de hand is. Iedereen weet dat het onzeker is, maar je probeert ergens houvast te krijgen in de agenda.’

Los van de gevolgen op het werkvlak, kan dit Covid-jaar ook een zware wissel op het mentale trekken. Geen programmeur is aan deze baan begonnen om shows door te schuiven of door te laten gaan voor matig gevulde zalen. Geen programmeur wil thuis zitten achter Teams en Zoom zonder de reuring van het kantoor. ‘In het begin was ik moedeloos,’ zegt Lisa de Jongh. ‘Ik zag een volledige agenda verdwijnen. Het was ook onduidelijk waar het naar toe ging. Dan word je heel onzeker. Dat er weer kleine optredens met publiek kwamen, gaf wel energie.’ Meijerink: ‘Het is een vreemde tijd. Ik ben een druk baasje. Gewoonlijk gebeurt heel veel en nu viel alles weg. De energie was eruit. De basis was weg. Het is fijn dat er nu weer publiek is maar tegelijk vraag ik me af: hoe lang duurt dit nog?’ Komt er ook nog de klap bij dat Doornroosje door veiligheidsregio Gelderland-Zuid niet als culturele instelling wordt gezien en terug moest naar een capaciteit van 30 mensen. Er werd al wel gebruik gemaakt van andere podia zoals De Vereeniging en Openluchttheater De Goffert waardoor Doornroosje toch concerten kon blijven organiseren, maar het blijft zuur. Meijerink: ‘Mensen mogen wel naar Arnhem voor een concert. Terwijl wij met een ontzettend goed zeven jaar oud gebouw zitten met alle voorzorgsmaatregelen en een goede luchtstroom. Het is dit jaar een uitdaging om positief te blijven. Maar het moet wel.’

De Jongh en Meijerink zijn eensgezind: hun zalen moeten openblijven, ook al kost elk concert geld. Het contact met de artiesten en publiek moet worden behouden. En een poppodium is er niet zomaar. De Jongh: ‘We hebben een belangrijke plek in de keten. Want als er geen poppodium is om op te treden, waarom maak je dan muziek?’