In drie jaar tijd is Sevn Alias een hiphopsuperster geworden, en dat met duistere hiphop die niet iedereen zal begrijpen. Hoe balanceert hij op het koord van populariteit? En wat doet het met je als half Nederland zich een mening over je vormt?

‘Oh my god! Oh my god, Sevn!’ Het meisje zat net nog rustig met een vriendin op het terrasje aan een ijstheetje te lurken, maar schiet helemaal in de stress wanneer ze Sevaio Mook (21) naar buiten ziet lopen. Ze grist haar smartphone van tafel, sprint op hem af en smeekt om een selfie. Na een kiekje te schieten, wordt ze alsnog helemaal paniekerig. ‘Er is teveel licht! Er is teveel licht! Kun jij niet een goede foto maken?’ Haar vriendin pakt de telefoon over. ‘Schiet op! Sevn moet verder!’ Sevn haalt schaapachtig zijn schouders op, gaat naast haar staan en lacht wanneer de foto wordt gemaakt.

Het is dagelijkse kost voor hem geworden in de afgelopen drie jaar, vertelt hij even later terwijl we door Almere wandelen, hoewel ze hem in zijn thuisstad eigenlijk wel gewend zijn. ‘In Amsterdam is het erger.’ Ergens is het gek dat Sevn Alias zo’n grote hiphopsuperster is geworden: clubanthems als ‘Patsergedrag’ en ‘Gass’ zijn weliswaar ieder meer dan dertig miljoen keer gestreamd (!) en worden van hier tot Chersonissos grijs gedraaid, maar het zijn buitenbeentjes in zijn oeuvre. In de loop van drie mixtapes, een EP en twee albums heeft hij juist laten horen zich vooral te onderscheiden met grimmige straat-trap.

Op zijn dit weekend verschenen derde album Recasso maakt hij artistiek weer een flinke sprong: van de keiharde rap van ‘Begrijp Je’ tot de opgewekte afrobeat van ‘Seeka’, van tranentrekker ‘Niet Down’ met Mr. Probz tot… nou ja, slotnummer ‘L.I.A.B.’ met saxofoonsolo van Candy Dulfer en zelfs een heus kinderkoor. Op de beste momenten klinkt hij hongerig en gevaarlijk, of juist gebroken en emotioneel, als een jonge artiest die zijn stem heeft gevonden maar zijn stormachtige leven tegelijkertijd amper kan bevatten. ‘Het moeilijkst is het moment nadat je zo’n grote hit hebt gemaakt’, vertelt hij erover. ‘Op het moment zelf kun je gewoon genieten. Maar daarna? De een wordt warm van alle aandacht, de ander denkt: “Oké, nu moet ik nog harder werken.”’

Jij lijkt me niet echt het type dat graag in de spotlights staat.
‘Klopt, dat is niet per se mijn ding.’

Wat doet het dan met je als je zo’n hit als ’Patsergedrag’ scoort? Ben je dan blij? Of schrik je ervan?
‘Je bent sowieso blij als het goed gaat met je muziek. Maar aan de andere kant kun je je ook wel voorstellen dat ik aan het einde van de dag het liefst donkere muziek maak, en een rapper ben. ‘Patsergedrag’ is niet mijn favoriete track. Oké, mensen vinden dit het tofste van me? Blijkbaar is dit wat de meeste streams binnenhaalt? Dat is verwarrend, man.’

Je hebt een eigen label opgezet: 1OAK. Waarom ben je niet bij Rotterdam Airlines gebleven, het label dat jou groot heeft gemaakt en andersom?
‘Ik wilde iets voor mezelf neerzetten. Als ik over een tijdje niet meer rap, wil ik een legacy. Het leek me wel het juiste moment om daar nu aan te beginnen. Rotterdam Airlines hebben we samen vanaf scratch opgebouwd, daar heb ik ook mijn hand in gehad. Waarom zou ik dat nu niet kunnen doen voor iets dat ook echt van mij is?’

Sevn Alias

Wat zou je nu anders doen?
‘Transparantie is heel belangrijk. Op tijd de groei van je artiest zien, en zorgen dat de artiest niet het gevoel krijgt dat hij harder werkt dan het label zelf. Ik ben voor Rotterdam Airlines misschien wel iets te snel groot geworden, ze wisten niet zo goed wat ze ermee aanmoesten. Er ontstond niet zozeer paniek bij het label, maar je merkte wel dat de focus naar andere dingen begon te gaan. We hadden twee grote hits: ‘Gass’ en ‘Tempo’. Moet je dan nog zoiets maken, of gewoon muziek blijven maken en wachten tot er weer zoiets op je pad komt? Daarover verschilden we van mening.’

Je zei net: ‘Als ik over een tijdje niet meer rap.’ Kun je je voorstellen dat je op je dertigste niet meer rapt en alleen nog maar labelbaas bent?
‘Dat is wel het doel.’

En dan? Ik zie jou niet als jurylid aanschuiven bij X-Factor.
Hij begint met hoog stemmetje te giechelen. ‘Heel eerlijk: het zou wel gangster zijn. Maar tegelijkertijd vind ik het tricky. Ik weet ook niet zoveel van zang, hè?’

'Het moeilijkst is het moment nadat je zo’n grote hit hebt gemaakt'

(tekst gaat verder na de foto)

Mei 2015: mixtape Twenty Four Sevn
Oktober 2015: doorbraaksingle Ma3lish
Januari 2016: mixtape Twenty Four Sevn 2
Juni 2016: mixtape Twenty Four Sevn 3
Juli 2016: verzamelalbum Gate 16
November 2016: album Trap Grammy
Oktober 2017: album Picasso
April 2018: EP Oakinn
September 2018: album Recasso

‘Kijk.’ Terwijl we verder lopen wijst hij naar een oude man. ‘Weer een junkie, man. Echt erg, eerst waren het er maar twee die op straat rondliepen hier in de stad, nu zijn het er twintig. De hele tijd zijn ze aan het vechten. Het kost maar 1,50 om bij het Leger des Heils te slapen, ze pakken echt wel meer in een dag. Als je dat dan aan drugs uitgeeft, is het ook je eigen schuld.’

Hij heeft zelf heel wat vrienden verloren die ‘faya gingen door de drugs of het verkeerde pad op zijn gegaan’, en denkt daar steeds meer over na. ‘Zeker sinds de Ramadan. Ik heb hem dit jaar voor het eerst helemaal gedaan. Ik denk dat het me gelukt is doordat ik nu wat meer waarde hecht aan het leven. De eerste weken waren echt zwaar, maar op een gegeven moment kom je in die flow. Dan is je lichaam gewend aan het late eten en late drinken. Op zulke momenten sta je stil bij de mensen die het niet zo breed hebben, of fucked up zijn. Ik probeer iets negatiefs om te zetten in iets positiefs.’

Om die reden ging hij naar Tanzania om de videoclip voor ‘Seeka’ op te nemen. ‘Ik wilde niet laten zien: “Afrika is zielig, ze hebben geen geld, ze hebben het zo zwaar.” Ik wilde de goede kant laten zien. Ze hebben er bijna niets, maar weten toch wat van hun leven te maken. Dat is zo inspirerend. Ze zetten hun voetbalveld af met autobanden, hebben van pijpleidingen doelen gemaakt en voetballen op zand met twee verschillende schoenen: eentje Adidas, eentje Nike. Er waren kinderen die buiten sliepen, maar ze werken er fucking hard. Als je bij een stoplicht staat, lopen mensen langs je auto om de ramen schoon te maken of zonnepitten aan je te verkopen. Ik heb iemand zien fietsen met een bank op zijn bagagedrager. Een hele bank!’

(tekst gaat verder na de video)

Op zijn rechterbiceps kruipt een tatoeage van onder zijn mouw vandaan. ‘Smile now, cry later’, met een lachend en huilend masker op twee dollarbiljetten. ‘Ik zette het omdat geld best een grote rol heeft gespeeld in het lachen en huilen in mijn leven.’ Om dat even later weer te nuanceren. ‘Geld verandert eigenlijk heel weinig. Je hebt veel aan een beetje, maar weinig aan veel geld. Wat moet je nog doen als je alles al hebt gekocht wat je nodig hebt?’ Waar hij zijn geld nu het liefst aan uitgeeft? Hij nam zijn kleine zusje laatst mee shoppen, stuurde zijn familie op vakantie en kocht een auto voor zijn vader. ‘Hij was echt in tranen.’

Zoals je nu over geld praat, is ‘Patsergedrag’ eigenlijk een gekke track voor je. Scoor jij óóit een VIP-tafel om drie flessen met sterretjes te laten brengen?
‘Niet vaak, maar ik zeg je eerlijk: ik ben fucking trots op het album dat ik heb gemaakt, dus ik denk dat ik vanavond weer effe ham ga. Ik heb van die dagen dat ik opsta en me écht zo voel. Dan moet ik ook een patser kunnen zijn, toch?’

Ik ben nog nooit in zo’n club geweest. Leg eens uit: hoe werkt dat?
‘Ik ben laatst naar Escape geweest in Amsterdam, dat vond ik wel tof. Ik hoefde niet teveel foto’s te maken, en de eigenaar is relaxed, die kent me.’

Is zo’n tafel kopen duur?
‘In Escape was mijn mattie jarig, en de tafel was al gefixt, dus ik heb de pijn niet gevoeld. Nooit eigenlijk, ik ging nooit VIP voordat ik geld had om VIP te gaan, maar nu ik dat geld heb, krijg ik het eigenlijk altijd gewoon. “Sevn? Tafeltje hier!” In de Escape hebben we wel sterretjes besteld ook. Maar ik moet wel echt in de vibe zijn, en zal nooit meer flessen bestellen dan ik op kan. Ik kan goed drinken, dus eindstand zijn het best veel flessen.’

Zodra je een VIP-tafel hebt, hoef je dan ook geen selfies uit te delen?
‘Die vrijheid ben ik kwijt. Overal waar ik kom zullen mensen me herkennen. Als ik naar Club Blu ga, dan ben ik de hele nacht bezig en kan ik niet zomaar rondjes lopen of een gesprekje met iemand aangaan zonder gestoord te worden. In Escape heb ik het gelukkig iets rustiger.’

(tekst gaat door na de foto)

Niet te onderschatten in de carrière van Sevn Alias is de invloed van zijn manager Brahim Fouradi en diens broer Mohamed. Ooit scoorden de gebroeders Fouradi een paar hits (’Schat, wat is je ping?’) maar nu is Brahim vooral A&R-director bij de Britse Idols, X-Factor en andere talent-formats. Daar begeleidt hij artiesten, kneedt hij ze en duwt ze de goede kant op. ‘Dat is bij mij niet zo aan de orde, omdat ik sowieso teveel tracks maak. In elke vibe maak ik constant muziek. Voor Recasso had ik een lijst van 150 tracks om uit te kiezen. Ik had sowieso vijf of zes tracks in mijn hoofd: deze wil ik op het album. Verder ga je schuiven: wat missen we nog? Wat past in het verhaal wat we op deze plaat vertellen?’

Belangrijk voor Sevn was de honger die Fouradi liet zien, de bewijsdrang om allerlei contracten en statements recht te trekken en Sevaio wanneer nodig in bescherming te nemen. ‘Hij is altijd superstrak op mijn zaken, en tegelijkertijd is hij continu aan het vliegen en tijdzones aan het switchen. Er wordt best veel van me gevraagd door de industrie, hij kan er voor mij hard in gaan.’

Zoals hij wordt begeleid door Fouradi, zo neemt hij zelf constant de piepjonge rapper Lucass op sleeptouw. Naar meetings, naar studiosessies, Lucass is als een schaduw. ‘Hij is een van de beste vrienden van mijn neefje. Toen ik erachter kwam dat hij rapt, zei ik: “Bro, als er iets is wat ik voor je kan doen? Een kleinigheid!” Hij woont nu praktisch bij me. Ik wil hem laten zien hoe de muziekindustrie werkt. Hij is een nuchtere jongen, dus ik hoef hem niet veel uit te leggen, maar ik hou hem vooral scherp: ik zorg dat hij muziek gaat maken en niet het verkeerde pad op gaat. Dat is het belangrijkste. Ik herken heel veel van mezelf in hem. Hij is superhongerig en heeft die roekeloosheid in zich, dat maakt ook die hete man in mij wakker.’

Zijn eigen honger wakkerde Sevn Alias in de afgelopen twee jaar ook aan door af en toe naar Engeland te gaan en op te trekken met en grimerappers (zijn grootste tip: Heady One, een drillartiest die ook afrobeat in zijn muziek verwerkt) in de hoop uiteindelijk de taal voldoende eigen te maken om ook muzikaal de oversteek te maken. ‘Vroeger vond ik het altijd raar wanneer vrienden van me een jaar naar Suriname gingen, terugkwamen met een dik Surinaams accent en opeens vloeiend Surinaams spraken terwijl ze dat nog helemaal niet konden spreken toen ze weggingen. Nu begin ik dat wel te begrijpen. Ik wil diezelfde vibe uit Engeland overnemen.’

De hiphopcultuur in de UK is ook echt wezenlijk anders dan in Nederland, denkt hij. ‘Mensen leven echt mee met de muziek daar. Misschien staan ze niet even hard moshpits te maken als in Nederland, maar ze staan wel van voor naar achter, van links naar rechts uit volle borst mee te schreeuwen. Ze kennen alles woord voor woord. Als je als artiest in een climax je stem gaat verheffen omdat je iets écht duidelijk wil maken? En fans voelen dat en doen met je mee? Dat is een van de gekste gevoelens, man. Dan heb je het gevoel: oké, jullie begrijpen mij, jullie snappen waarom ik nadruk leg op dit woord en die zin.’

(tekst gaat door na de foto)

Dat is best een heftige strijd voor Sevn: in België wordt hij inmiddels steevast ontvangen als een internationale superster, maar in Nederland wordt hij lang niet altijd begrepen. Soms staat hij voor een geheel wit publiek dat puur komt om moshpits te organiseren en helemaal niet geïnteresseerd is in wat hij precies te vertellen heeft. Soms voelt dat wrang, soms is het zelfs schrikken. Op Pinkpop afgelopen jaar bijvoorbeeld. ‘Dat was het gekste wat ik ooit heb meegemaakt. In 2016 stond ik er ook al, toen ging het supergek, vol met kinderen. Ik had dat als steun in mijn achterhoofd, maar ik kwam er dit jaar, en iedereen stond me aan te staren. Achterin de zaal stonden oudere mensen, waarvan ik zeker weet dat ze me niet begrijpen, niet willen begrijpen en niet gaan begrijpen. Dat was een hele zware bevalling. Maar ik neem daar geen genoegen mee, ik heb vaker voor zulke grote publieken gestaan en weet dat ik het kan. Misschien moet ik andere moves maken om die mensen wel mee te krijgen. Ik ben er niet vies van om het nog een keer te proberen, dan ga ik het zeker anders aanpakken.’

Zo komt het gesprek uiteindelijk op het emotionele middelpunt van Recasso: ‘Niet Down’, een tranentrekker waarin Mr. Probz zich tot Sevn Alias richt en weent dat de tijd niet lief voor hem is geweest. ‘Toen ik die hook hoorde? Ik ging bijna kapot van binnen, het voelde echt alsof hij het voor mij heeft geschreven. Een paar maanden geleden ging ik door een periode in mijn leven waarin ik het effe niet meer wist. Young nigga was depressed, man. Ik raakte mensen kwijt, er werd van alles van me verwacht. Ik heb me afgezonderd van heel veel mensen, een lange tijd geen interviews aangenomen. Ik wilde geen muziek meer maken, ik wilde niet meer naar buiten. Ik moest even weg, het liefst eenmans.’

Hoe kwam dat?
‘Iedereen heeft wel iets te zeggen over Sevn: “Je mag niet dit doen, want je gelooft hierin.” “Je mag niet dat doen, want je gelooft daarin.” “Je zou weer zo moeten zijn, je moet weer North Face dragen!” Over alles heeft iedereen wat te zeggen: over de muziek die ik maak, over mijn geloof, over mijn vriendin, wanneer ik haar deel op Instagram. Focus gewoon op je eigen business. Mensen hebben het moeilijk met verandering, dat beghrijp ik wel, maar ik was fucking zestien toen ik in de game kwam. Ik ben nu 21, mag ik vooruitgaan? Mag ik me ontwikkelen op persoonlijk gebied? Ik vind dat ik die vrijheid wel verdien, en maak me niet te druk om wat mensen zeggen. Maar als je honderdmiljoen keer commentaar krijgt, gaat het wel effe wat met je doen.’

Het lijkt me best eng: op je twintigste al zo succesvol zijn. Dan komt ook het besef: dit kan zo voorbij gaan.
‘Als je goed naar mijn muziek luistert, hoor je dat vaak voorbij komen. Ik leef alsof dit de laatste keer is dat ik dit leven kan leven. Ik heb veel shit meegemaakt. Ik heb vandaag iemand gesproken, morgen is die weer weg. Wat hem kan overkomen, kan mij ook overkomen. We zijn allemaal vlees en bloed.’

Hoe ben je uiteindelijk weer uit dat zwarte gat gekropen?
‘Op een gegeven moment is er een vrouw op mijn pad gekomen. Ik heb heel veel rust gevonden bij haar. Wanneer ik me echt fucked up voelde, hoefde ik niet eens te zeggen waarom. Ik kon gewoon mijn hoofd op haar borst leggen en niets zeggen. Dat soort momenten voel je je wel beter. En praten, man. Om uit die fucked up vibe te komen, moet je jezelf gewoon openstellen. Het duurde heel lang voordat me lukte, maar op het moment dat ik eenmaal kon zeggen dat shit me dwars zat, was dat al een hele opluchting.’

'Ik kon gewoon mijn hoofd op haar borst leggen en niets zeggen'