‘Pew pew! Kspreyopjebytch!’ Met zijn weirde kopstemmetje werd Jacin Trill een van de belangrijkste nieuwkomers van het jaar. Vandaag verschijnt Happyland 2.0. Over halfdoof zijn, naar Amerika vliegen, de ziekte van zijn moeder en het beste maken van een kuttijd. ‘Wees niet verdrietig, appreciate the sun!’

Die regenboogemoji’s waar Jacin Trill zo graag mee strooit? Eigenlijk zit er niet zoveel achter – behalve dat het er vrolijk en kleurrijk uitziet – maar wie wil, mag er best wat meer diepgang achter zoeken. Om het cheesy te zeggen: uit de grootste kuttijd vol donkere wolken wist hij iets superpositiefs en vreugdevols te creëren. Dat vertelt de negentienjarige Jacin Koot in zijn huisje in Hoorn, waar hij met twee vrienden woont. 

De schoenen liggen er keurig op een rijtje naast de trap – of ik de mijne ook effe uit kan doen –, het wc-papier is op – of iemand effe nieuwe kan halen – en Jacin slobbert snel nog een bakje choco-cornflakes naar binnen met de slaap in zijn ogen. Het is een chill huis, maar wel een beetje oud: vrijwel telkens dondert de klink op de grond wanneer je een deur open probeert te trekken. Op steenworp afstand ligt het IJsselmeer met een heerlijk uitzicht, waar hij en zijn vrienden in de zomer vaak hele dagen zitten te smoken.

Hoewel hij daar de komende maanden niet zoveel tijd voor heeft: vandaag verschijnt Happyland 2.0, waarmee hij op Woo-Hah staat, op Lowlands, op Pukkelpop, op Appelsap, op Encore Festival… ja, waar niet? Waarschijnlijk zou Jacin Trill inmiddels de grote zaal van Paradiso kunnen uitverkopen, als hij dat zou willen. Hij maakte een EP met Bokoesam, staat op een track van Ronnie Flex en vloog zelfs tweemaal naar Amerika om met Soundcloud-rapper Ugly God te werken. Jacin Trill is op dit moment de belangrijkste vernieuwer in de Nederlandse hiphopwereld. En dat terwijl hij pas een klein jaar geleden debuteerde met ‘kspreyopjebytch’. Het vrolijkste liedje dat je je kunt voorstellen, en het klonk anders dan al het andere, nog eigenzinniger dan Lil Yachty: dat maffe heliumkopstemmetje, die trapbeat die juist NIET keihard is maar lichtvoetig en weird, die vrijwel onverstaanbaar gemompelde verses.

Hij maakte het terwijl hij zorgde voor zijn moeder, vertelt hij, bij wie borstkanker was geconstateerd. ‘Die periode was raar zwaar. Nadat dat voorbij was…. viel al het andere mee.’ Zijn moeder deed in die tijd juist heel erg haar best om opgewekt door het leven te gaan. ‘Ze was echt ernstig ziek, maar kwam elke dag gewoon de trap af, jasje aan, koffie drinken, sigaretje roken, blij zijn dat de zon schijnt en blijven geníéten.’

Knap hoor.
‘Ja, dat deed ze ook echt voor mij, voor de kinderen. Ze dacht: “Als ik er kut uitzie in het examenjaar van mijn zoon… en de afrijcursus van mijn dochter? Dat kan ik mijn kinderen niet aandoen. Lach wat meer, het komt allemaal goed!” En het is goed gekomen: ze is nu schoon. Maar het blijft doodeng, ze moeten blijven checken, want het kan altijd terugkomen. Ik woonde alleen met mijn moeder, we werden niet echt geholpen en hadden geen thuiszorg. Ik moest haar verzorgen.’

Wilde jij dat als zeventienjarige op je nemen?
Jacin schudt zijn hoofd. ‘Eigenlijk niet, man. Ik zag dat mijn moeder doodziek in bed lag. En Nederland verwachtte maar van me dat ik als zeventienjarige kan helpen, dat ik überhaupt wéét wat ik moet doen. Ik heb wel geluk gehad, hoor: ik heb een verpleegkundige vmbo-opleiding gedaan, ik wist wel hoe en wat. Maar het was belachelijk, we werden aan ons lot overgelaten.’

En in die periode ben je ook muziek gaan maken?
‘Ja, juist toen is het ontstaan. Wanneer ik op shuffle een hiphop-playlist luisterde, hoorde ik: “I’m dying in the syrup.” “Kill niggas on the block!” M’n moeder is ziek en ik krijg dit te horen? Oh my god, dit is zo depressing. Toen kwam Lil Yachty met die happy vibes, en dacht ik: zie je wel, het kan ook anders. Toen pas ben ik me ook in Nederlandse muziek gaan verdiepen, en hoorde ik hoe vrolijk en apart Bokoesam kwam. Ik wilde dat ook proberen, maar dan nog sterker die kant op gericht: enjoy some more, ben niet bang om een skinny jeans te dragen, wees niet verdrietig, appreciate the sun. Een beetje mijn moeder vrolijk maken.’

Woont ze hier in de buurt?
‘Ja, om de hoek, en ik ging niet uit huis omdat ik toe was aan een plek voor mezelf, hoor. Ik moest het huis uit. Niet van mijn moeder, maar als ik thuis was blijven wonen had ik vet veel moeten gaan meebetalen, ik had haar moeten onderhouden omdat al mijn inkomsten van haar uitkering zouden worden afgetrokken.’ 

En dat terwijl hij vroeger nooit had verwacht geld te gaan verdienen als rapper. Nee, Jacin hoopte professioneel danser te worden. Hij danste van zijn veertiende tot zijn zeventiende bij dansschool Moves in Hoorn – op tracks van Meek Mill, Wu Tang, A Tribe Called Quest, Joey Badass – en zo kwam hij in aanraking met hiphop. Bij choreografieën stond hij altijd vooraan, hij kreeg ook veel solo’s, dus zo gek was die droom niet. 

Toen hij ‘kspreyopjebytch’ eenmaal had gemaakt, besloot hij zich toch maar aan te melden voor de hiphop-opleiding van de Herman Brood Academie, waar hij vrij genadeloos werd afgewezen. ‘Ze gooiden een mailtje op me waarin ze eigenlijk zeiden dat ik nul talent heb. Ik dacht gelukkig: “Oké, fuck you. Ik weet dat dit een harde tune is, want mijn vrienden vinden het hard, dus ik gooi het gewoon online en zie wel waar het schip strandt.” Het probleem bij de Herman Brood is: de jury daar bestaat uit mannen van rond de 35 die de hele dag A Tribe Called Quest en Rico & Sticks luisteren, boombap.’ 

Jacin legt het uit: stel je voor dat je zo’n gast bent die zijn mp3’tjes binnenkrijgt. Met een zware, serieuze stem: ‘Oké, oké, dat intro is wel leuk, het is anders.’ 
En dan in kopstemmetje: ‘Kspreyopjebytch!’ 
Zware stem: ‘Oké, what the fuck, deze guy is superstoned. Weg ermee!’
En dan luister je een andere aanmelding, met een oldschool hiphopbeat. ‘Ah, dit is tenminste echte muziek!’ 

Opgewonden gaat Jacin verder: ’Mensen van rond de 30 zijn gewoon bang om nieuwe dingen te leren kennen, nieuwe gezichten te zien, een nieuw geluid te horen.’ Ik vertel hem dat ik bijna 30 ben, en zijn muziek juist te gek vind. Er valt even een ongemakkelijke stilte, om giechelend de draad weer op te pakken. ‘Bij de Herman Brood Academie zouden juist mensen zoals jij en ik moeten zitten: “Yo, geef dit een week, en ik weet sowieso dat je dit geweldig gaat vinden.” En niet de gasten die alleen maar in hun eigen huisje willen zitten.’

Denk overigens niet dat hij alleen maar van fonkelnieuwe muziek houdt: hij wijst naar de flinke Bob Marley-vlag die in de hoek van zijn kamer hangt. Op Happyland stond al een ode aan de reggae-legende en Happyland 2.0 sluit hij af met een knipoog naar Ray Charles. ‘Ik imiteer hem soms echt: zit ik met m’n zonnebril op piano te spelen voor m’n vrienden, haha. Hij maakt gospel, maar het is ook vrólijk, niet alleen maar sad zingen: “My wife left me.” Ik hou van sowieso die oldschool muziek, van jazz en blues. Ik klik vanuit Ray Charles door naar gerelateerde artiesten, Sam Cooke, Louis Armstrong, die hele culture.’

Waar zij gerust vijf minuten de tijd nemen om hun hart uit te storten, zijn zijn eigen liedjes piepkort, ze komen zelden boven de twee minuten uit. ‘Dat is bewust, hoor. Kijk, wat het is: alles duurt zo lááááng. Je luistert een tune en gaat helemaal op die hook. Je gaat ook nog helemaal op die eerste verse, en ook op de tweede hook ga je nog steeds ham. Maar bij de tweede verse ga je al wat focussen op het rijden, en daarna denk je: mèèhhh, de kracht is weg. Bij liveperformances is dat hetzelfde. Tuurlijk, een artiest als Kanye of A$AP Rocky kan switchen, de beat verandert, er komt zang of een hele mooie melodie die het nummer heel anders maakt. Dat vind ik ook sick, maar het punt: dat kán ik niet. Nog niet.’

Wat hij wel heel goed kan: teveel smoken, faded achterover zakken op de bank en een beetje brabbelen, zoals je ook zo goed in zijn muziek terughoort. ‘Soms smoke ik veel teveel, ja. Dan zit ik in mijn eigen wereldje, dat mensen tegen me praten en ik denk: “Ja, het is toch allemaal goed, joh?” Maar laatst voelde ik me een tijdje geleden gewoon kut. En als je je kut voelt en gaat smoken, voel je je nog steeds kut. Toen heb ik twee weken niet gesmoked. omdat ik me bijna ziek vanbinnen voelde. Toen het weer beter ging, ben ik weer begonnen met smoken. Ik heb mad respect dat Ronnie Flex is afgekickt, tegelijkertijd heb ik niet het gevoel dat wiet superverslavend is.’

'Ik wist bij god niet wat ik moest doen, zat ik daar opeens in Amerika in een vet grote studio'

Misschien dat hij juist door dat gemompel ook zo in de smaak valt in het buitenland: laatst deed hij nog een show in Lissabon, en de track ‘rozeswoesh’ werd opgepikt door het toonaangevende Worldstarhiphop om te transformeren tot een Amerikaanse meme. Zo vond ook de Amerikaanse rapper Ugly God – die met ‘Water’ een gigantische hit scoorde – hem en zijn vaste producer Emile. ‘Hij stuurde een DM, dat–ie ons hard vond en een EP wilde maken met ons. Wij wantrouwden het eerst: oké, dus dit is een Amerikaanse bekendheid die ons zomaar vraagt om samen te werken?! Maar eindstand betaalde hij onze vliegtickets naar Los Angeles. Zelfs toen we daar aankwamen dachten we nog: misschien gaat–ie ons gewoon ditchen. Maar het was meteen oké, hij sprong direct enthousiast op de tafel, we gingen shoppen en de stad checken, en vervolgens in de studio zitten.’ 

Hoe ging dat?
‘Ik wist bij god niet wat ik moest doen, ik was een beetje zenuwachtig. Zat ik daar opeens in Amerika in een vet grote studio, de Paramount Studio, tussen de fancy gitaren en dure instrumenten, het is professioneel as fuck. What’s happening here? Ik nam die eerste EP gewoon op bij m’n ma thuis, in mijn kamer. Dat vind ik nog steeds chiller, je bent met je gang en gaat lekker viben. Migos werkt ook nog steeds met de microfoon van hun traphouse van vroeger. Ik stond dus in die studio, en ik wist echt niet wat ik moest doen. “Mijn stem werkt niet mee! Ik ben helemaal fockop!” Toen zei mijn manager Geert: “Kill, denk gewoon aan kerst, ofzo. Aan de kerstman!” Toen kwam ik met “hohohoho”, en werd het een soort kerstliedje.’

Hahaha. Is Ugly God leuk eigenlijk?
‘Ja man, hij is te aardig en zo lief. Veel aardiger dan ik gewend ben van Nederlandse artiesten. Veel mensen hebben een status, een vibe. Hij heeft gewoon schijt, als hij je hard vindt, vindt–ie je ook echt hard. We Facetimen nog steeds. Waar we het dan over hebben? Dat hij lelijk is. We schelden elkaar helemaal uit, tachtig procent onzin, en twintig procent praten we over liedjes afmaken, dat we elkaar weer gaan zien. Hij heeft Emile zelfs gevraagd aan z’n plaat mee te werken.’

De eerste keer dat ik je tracks hoorde, moest ik echt op Genius opzoeken wat je rapte, ik had geen flauw idee wat Nederlands was, wat Engels. Zou dat ook je succes in Amerika verklaren?
‘Ja! Ik heb veel reactiefilmpjes gecheckt, er was een YouTuber die zelfs dacht dat ik een Amerikaanse rapper was. In Lissabon zong iedereen ‘kspreyopjebytch’ en ‘rozeswoesh’ mee, terwijl ze geen woord Nederlands kunnen. Ik vroeg ze: “Wat maakt dat dit lekker klinkt voor jullie?” Ze zeggen: “De melodie, dat hoge stemmetje.” Eigenlijk net zoals wij naar Amerikaanse muziek luisteren, sommige woorden versta je niet, maar het klinkt gewoon lekker. Dat is de magie geweest van mijn stemmetje.’

En dat terwijl er een wat ongebruikelijke verklaring is voor zijn wat onverstaanbare stemmetje. Niet voor niets noemde Jacin zich op Happyland ‘Van Gogh’: hij heeft maar één werkend oor, zijn andere is nooit volgroeid. ‘Ik praat daardoor best wel binnensmonds en zeg veel woorden fout. Je leert praten door anderen te imiteren. “Georiënteerd”, bijvoorbeeld: als je twee oren hebt kun je dat gewoon nadoen. Maar ik hoorde “georiönteerd”. Ik noemde mijn zus vroeger Raquel, terwijl ze Rachel heet. En ik zong altijd: “Het rintelt, het rintelt, de pannetjes worden nat.” Je hoort het ook wel in mijn tracks. Dat komt doordat ik halfdoof ben.’

Heb je daar weleens van gebaald?
‘Ik weet het niet, ik heb er gewoon schijt aan. Ik zeg al mijn hele leven woorden fout en spreek shit verkeerd uit. Mijn vrienden horen wel wat ik bedoel, maar nu ik steeds meer met andere mensen in contact kom, gebeurt het wel vaker dat mensen me verward aankijken: “Huh, wat zeg je?” Oh ja, ik mompel een beetje, maar daar wen je wel aan. Ook fans verstonden me eerst niet, maar nu ze vaker luisteren snappen ze hoe ik praat.’

En het maakt zijn muziek alleen maar herkenbaarder, bovendien. Wat een gebrek zou kunnen zijn, daar maakt Jacin Trill op Happyland 2.0 een stel felkleurige regenbogen van. Je kunt er supervrolijk van worden, ook als je maar de helft verstaat.

Jacin Trill