Daar gaan we: Eurosonic Noorderslag 2018 is los. De 3voor12-redactie loopt op deze eerste avond in Groningen zo'n 20 optredens af, wikt, weegt en deelt welke Europese bands en artiesten we graag terug zien op een festival deze zomer.

Eurosonic Noorderslag is het jaarlijkse showcasefestival in Groningen, waar de muziekindustrie vanuit heel Europa zich verzamelt om nieuw talent te spotten én ook al vast te leggen. Speelt een band zich in de kijker? Dan is de kans groot dat-ie in de zomer op alle festivals speelt. 

Eurosonic vindt 17 t/m 19 januari plaats in de hele binnenstad van Groningen, met bands uit heel Europa. Op Noorderslag – 20 januari in de Oosterpoort – spelen louter Nederlandse bands. 

3voor12 doet uitgebreid verslag van het festival met recensies, livesessies en uitzendingen op 3FM.

Pom Poko doet een extra lesje gymnastiek

Ze zien eruit alsof ze net vanuit het blokuur gymnastiek direct door zijn gesjeesd naar het optreden, met hun vaalgewassen korte sportbroekjes, oude t-shirts en zweetband om het hoofd. Maar ook dat ze er nog wel wat energie uit kunnen persen, die vier van Pom Poko. Het is echt een leuk bandje uit Noorwegen, met refreinen zo leuk dat ze zich direct tussen je oren nestelen, en gitaarlijnen die net iets te wild en onbesuisd zijn, maf omhoog gepitcht, met een lichte voorliefde voor progrock. Het schijnen vier conservatoriummuzikanten te zijn die het niet te serieus willen maken en vooral geen jazz spelen. Het resultaat klinkt een beetje als Deerhoof, met het gezelligst soort gekte. De zangeres huppelt woest over het podium, de gitarist gooit zijn benen non-stop in de lucht.

Kortom: crowdsurfers, wild meehossende menigte, alles?
Nope, bepaald niet. Het is ook pas acht uur ’s avonds, dus het publiek staat er vooralsnog een beetje bij als op het verplichte verjaardagsfeestje van je opa: in een kringetje, extreem afwachtend, totdat iemand het eerste biertje bestelt. Gelukkig speelt de band morgenavond nogmaals, en dan op een tijdstip dat ze je zomaar omver kunnen blazen. (TP)

Kijk: You’ll Be Fine

De fluffy knotsen overheersen bij Nilüfer Yanya

Je moet zelf een aardige lengte hebben om de Britse Nilüfer Yanya te zien op het lage podium van Bij Vrijdag. En verdomd, als je helemaal vooraan gaat kijken zie je dat ze ook nog eens vijftien centimeter hak aanheeft. Ze mag dan wel tenger van gestalte zijn, maar wellicht kan ze haar mooie subtiele liedjes wel met een grootse overtuiging brengen? Maar nee. Haar oogopslag is net zo timide als haar dictie, en ze laat haar band veel te voorzichtig spelen. Haar saxofoniste fluistert op haar instrument, haar drummer speelt de helft van de set met mallets, van die stokken met fluffy knotsen. Op basis van sterke singles als ‘Keep On Calling’ en ‘Baby Love’ en op basis van haar voorliefde voor de weerbarstige Pixies zou je hopen dat die aanpak leidt tot iets krachtigs, puurs, maar het resultaat is voorlopig jazzy softpop met een sloppyness waar je alleen mee wegkomt als je een natuurlijke tegendraadsheid uitstraalt.

Schrijf je haar al af voor haar debuut er goed en wel is?
Nou nee, want op haar studio-opnamen werkt die luchtige nonchalance wel. Maar aan de balans op het podium moet nog heel hard gesleurd worden. (AdV)

Luister: Baby Luv

Sigrid heeft het allemaal

'Straight up pop!' roept Sigrid lachend, vlak voor ze het publiek oproept een refrein mee te zingen. Alsof dat nog verduidelijking nodig had. De internationale popcritici roepen het al even en vanavond is het vanaf haar eerste seconden op het podium duidelijk: het moet raar lopen als de piepkleine Noorse zangeres geen enorme popster wordt.

Hoe lang gaat dat nog duren?
Nou, eigenlijk is ze het al. Sigrid is the full package: zonder een écht officiële hit laat ze alvast horen er flink wat op de plank te hebben liggen. Pure pop, zonder pogingen tot bruggen slaan met andere genres. Met alle folk/hiphop/dancehall/deephouse-hybrides van tegenwoordig zou je haast vergeten hoe leuk dat is. En dan heeft ze ook nog de uitstraling. Sigrid zelf lijkt het allemaal nog het leukst te vinden, met zo'n brede grijns raast ze over het podium. Ondertussen maakt ze geregeld oogcontact met de enkele jonge fan vooraan die alles al kan meezingen, maar krijgt ze net zo goed de 65-plussers aan het juichen. Het is slechts afwachten tot de wereld doorheeft wat voor ster Sigrid is. (RH)

Luister: Strangers

Scarlet Pleasure heeft onweerstaanbare formule te pakken

Zo af en toe lijkt de zanger van Scarlet Pleasure zo graag iets van nostalgie te willen oproepen, dat hij er iets willekeurigs in gooit. Hoor je hem opeens over Vamos a la Playa zingen, iets over Vespa's mompelen, heeft ie blijkbaar iets met eighties clichés. Alsof hij zomaar wat roept, in de hoop dat het een beeld oproept. De inhoudsloze nostalgie is nog maar het begin van hoe formulematig de liedjes van Scarlet Pleasure in elkaar steken. De hipster outfits, de gebleekte Oostblok kapsels, de dansjes, de laag autotune die altijd meeloopt. Het is eigenlijk allemaal net te veel of eigenlijk veel te veel van alles waar het eigenlijk maar beter klaar mee is.

En dus, wegrennen en nooit meer iets van horen?
Nee! Scarlet Pleasure is dan wel formulematig, maar zo goed gedaan dat het onweerstaanbaar is. Als je eigenlijk wat flauwe r&b pop zo fris kan laat klinken, een frontman hebt die knipoogt naar fotografen en al dansend extra lang in de lens van filmende telefoons kijkt, dan zit er toch echt meer in. In Denemarken scoorde het trio al behoorlijk wat hits. En dat kunnen ze maar zo ook internationaal gaan doen. (RH)

Luister: Good Together

Luwten heeft ruimte nodig om te groeien

De tijd dat Nederlandse bands vanaf Noorderslag met jaloezie naar Eurosonic keken is voorbij. Tegenwoordig krijgen volgroeide talenten de kans zich na een geslaagd debuut op de zaterdag een jaar later aan internationale boekers te presenteren. Zo ook Luwten, dat eind vorig jaar een prachtig debuutalbum uitbracht. De band rond Tessa Douwstra begint wat weifelend, maar stilaan komt er steeds meer zelfvertrouwen in. Niet het poppy ‘Go Honey’, maar de reeks veel eigenwijzere nummers die volgen laten het karakter van deze band zien. Hun elektronische grooves hebben een bezwerend effect. Daarmee schudt Douwstra voorzichtig ook haar wat brave imago van zich af. Hier staat wel degelijk iemand die risico durft te nemen. Juist daarna werkt het kale liedje ‘Double For Me’ heel goed. Een ingetogen glimlach naar rechts is het teken dat de klik er is.

Is Luwten een band met internationale potentie?
Ja en nee. Het is bepaald niet gek dat de liedjes van Luwten af en toe in playlists opduiken, maar als je het zo ziet krijg je toch het gevoel dat er nog ongelofelijk veel groei in zit. Alsof het concert pas echt op zijn piek zou komen als ze nog twee uur door zouden spelen. Laten we hopen dat Luwten op de een of andere manier de kans krijgt in alle rust te groeien, ver van de hysterische gekte die Eurosonic heet. (AdV)

Luister: Go Honey

 

Er is maar één The Homesick

Vorig jaar brachten ze hun debuut uit en wonnen ze bijna de 3voor12 Award. Dit jaar warmt The Homesick tijdens Eurosonic op voor hun shows op het grootste showcase festival in de wereld, SXSW. Zo snel kan het gaan. Niet meer dan logisch dat ze het over twee maanden daar in Texas gaan proberen, als je het Dokkumer drietal vanavond ziet spelen. Iedereen weet intussen wel wie de grootste bands van Nederland zijn en wie de grootste zalen uitverkopen, maar als je van grillige postpunk met een berg mooie melodieën houdt, dan is toch echt The Homesick de grootste. Of nou ja: of een van de zijprojecten en bevriende bands. Yuko Yuko, Korfbal, Elias in zijn eentje. Maar voorlopig komt het in The Homesick nog het best bij elkaar.

Nog een keer dan: waarom is the Homesick zo goed?
Het begint al bij de overgang van soundcheck naar show. In 20 seconden gaan ze van domme grappen over oude sokken naar een soort superfocus. In de zaal merk je het meteen. En dan is eigenlijk heel simpel. Gewoon heel veel goede liedjes, en een perfecte balans in het geluid. Afgestomtpe postpunk-drums en zang, een heldere gitaar die afketst op de laaghangende verwarmingsbuizen en een bas die maar doorjaagt. Zo moeilijk is het niet zou je zeggen. En toch is er nog steeds maar één The Homesick. Benieuwd of ze daar in Texas ook zo over denken! (RH)

Luister: The Best Part of Being Young Is Falling In Love with Jesus

Zet Tshegue straks Lowlands' X-Ray op stelten?

“Rrrrrrrrrra!” Het is echt een oerkreet die Tshegue er continu uit zwengelt, met de nodige kracht ook. Zelfs wanneer haar band – hier een keiharde percussie-workout, daar een woestijnbluesgitaartje – even stilvalt, brult de Parissiene het uit terwijl ze op haar borst slaat. Ze speelt loeiharde afropunk, of tribal garage, hoe je het maar wil noemen. En dat doet ze zo opzwepend dat ze zelfs het Grand Theatre aardig aan het zweten krijgt. 

Oef, maar ik heb een pesthekel aan wereldmuziek.
Nou ja, Tshegue heeft wel wat meer power dan Tinariwen. Sterker nog: ze is eerder een stoerdere tUnE-yArDs, die zo langs Into The Great Wide Open mag, maar ook de X-Ray van Lowlands op stelten zou kunnen zetten. Kijk maar hoe ze op die gouden plateauzolen de zaal in springt en die oude hippie met het ongewassen haar helemaal gek maakt. Sterker nog: er vormt zich een wild dansende, fluitende menigte om haar heen, waarna ze een andere gast voor een dance-off naar het midden trekt. (TP)

Luister: Muanapoto

Equal Idiots sjort aan het roer van de Belgpop

De Belgen trakteerden ons de afgelopen jaren met Oscar & The Wolf en Balthazar op flamboyant gespeelde en bovenal erg serieuze artpop, maar de twee van Equal Idiots tappen uit een totaal ander vaatje. Met niets dan gitaar en drums spelen zij van die lekker wilde garageblues. Of wild, wel gecontroleerd wild, want de gekte die hun bandnaam doet vermoeden zien we bij deze twee uit het Vlaamse stadje Hoogstraten niet echt. Zeker niet in de mate waarop compromisloze landgenoten als Cocaïne Piss en It It Anita dat wel doen. Nee, met zijn keurige coupe logenstraft zanger Thibault juist eigenhandig het cliché dat in Antwerpse voorsteden enkel dorpsgekken wonen. Maar laten we Equal Idiots niet afserveren als een stel brave provincialen omdat ze hun bandnaam niet volledig waarmaken, want het duo komt wel degelijk lekker fel uit de hoek, en ze hebben een paar catchy tunes, met hier een verwrongen gitaarsolo, daar een verrassingsoptreden van het klokkenspel. Prima energiek bandje, net wat te generiek om een nieuwe Vlaamse revolutie te ontketenen.

Zou het niet juist een ideaal recept voor de radio kunnen zijn? Een beetje gek maar niet te?
Zou zomaar kunnen! In eigen land behaalde Equal Idiots zelfs de hoogste positie in Studio Brussel’s Afrekening. Op zijn minst brengen ze de ‘fun’ een beetje terug in het Vlaamse muzieklandschap. (AdV)

Luister: Put My Head In The Ground

Anonieme hits bij Tom Walker

Echt veel is er eigenlijk niet op Tom Walker af te dingen. De bassist en drummer die de Brit mee heeft zijn steengoed, hij heeft een dijk van een stem, waarmee hij bluesy kan uithalen, hij speelt best aardig gitaar. Zijn nummers speelt hij steviger en veel rockender dan je verwacht. En toch bekruipt je het gevoel 'dit kan nog wel eens heel vervelend worden'. Logisch dat die handvol singles zo hard gaan op Spotify, hij vinkt namelijk alles af: alsof Ed Sheeran Imagine Dragons covert. Het ene moment, bij potentieel z'n grootste hit 'Leave a Light On', zo bombastisch dat je de vlammenwerpers al voor je ziet. Dan half-rappend over een tokkelende beat die naar hiphop neigt, dan weer een ballad eenzaam in zijn eentje, een gitaarsolo, een reggae-kniphoog. Een grapje over dronken worden.

Die doorbraak komt dus dit jaar? 
'Echt een playlist die ik nog vaker op zet'
, aldus een vrouw na de show. En dat veroorzaakt precies het ongemak: voor elke stemming heeft Walker wel iets wat kan uitgroeien tot hit, zonder echt uitgesproken te zijn. Daardoor voelt hij uiteindelijk als een van de anonieme hitkanonnen die streams scoren zonder een eigen gezicht te hebben. Enthousiast meeneuriën als het langskomt, vergeten zodra de volgende playlist aan gaat. (RH)

Luister: Leave a Light On

 

Blackwave. is niet funky en volstrekt gedateerd

Er is geen instrument dat zo genadeloos het karakter van een muzikant prijsgeeft als de Fender Rhodes piano. Een crowdpleaser gebruikt het om stroop om de monden te smeren, een muzikant die grenzen opzoekt laat hem grommen en knarsen. Zie hier de ziel van blackwave., een hiphopband uit Antwerpen: een stelletje aalgladde wannabe-Amerikanen wiens ambities vooral op het romantische vlak liggen. Ze vinden zelf ongetwijfeld dat ze er klaar voor zijn, getuige de zelfgenoegzame blikken richting de technisch oh zo begaafde bassist. Nou ja, zijn noten raakt ie allemaal wel, en toch is het niet funky en volstrekt gedateerd wat hij speelt. Om over die bekakte blazers nog maar te zwijgen. Meest pijnlijk is de ballad, die ongeveer net zoveel seksuele gevoelens oproept als die ene beroemde D’Angelo video, maar dan met je moeder in de hoofdrol. 

Maar ze hadden toch een radiohit?
Klopt, ‘BIG Dreams’ is een behoorlijk prima track met een Kanye West anno 2004 flavour. Maar hier op het podium hoor je pas goed hoe onorigineel het is, wat onderstreept wordt door de misplaatste afro-Amerikaanse slang in het praatje tussen de nummers door. (AdV)

Luister: BIG dreams

 

De echte aanstellerij blijft achterwege bij iceage

Een krassende viool, een saxofoon die non-stop volledig uit de bocht vliegt, doomy gitaren, een zanger die moedeloos zijn gal spuit: ja natuurlijk loopt het op een festival keihard leeg bij iceage. Het is haast of de Denen het er om doen. De band maakt al jaren naam met steengoede albums, en al jaren hangt er iets enorm vervelends om ze heen. Alsof het een groep extreem verveelde rijke jongens zijn, die na jaren hun buurt geterroriseerd te hebben nu besloten dat ze diepzinnige kunstenaars willen zijn. Om vervolgens over de hele wereld concertzalen te terroriseren met een geveinsde zwartgallige blik op de wereld. 

En toch zijn ze even gehaat als geliefd hè?
Ja, zelfs onder fans. Je kan er nauwelijks om heen dat het allemaal enorm pathetisch is, maar ze zijn nog goed ook. Country, noise, punk en post-punk, dat afstandelijke Deense accent, het toneel: het blijkt toch telkens weer een gouden combinatie. Vanavond valt het echter wat tegen. Soms levert die neiging om vervelend veel herrie te maken iets op wat een hele zaal kolkend gek draait. Die vonk blijft vanavond uit. Misschien juist omdat iceage wat statisch is en de echte aanstellerij achterwege blijft. Zonde. (RH)

Luister: The Lord's Favorite

IDER verpest een hele leuke date

‘Er was vandaag iemand die dacht dat dit liedje over hardcore seks ging.’ De twee Britse hipster-meisjes van IDER vertellen het giechelend, zoals ze ook al zo giechelen om het feit dat ze om middernacht spelen (‘voor ons Britten is dat vier uur ‘s nachts!’). Shura produceerde enkele van hun liedjes, die het midden houden tussen stemmige piano-indiefolk en synthpop: als een leukere London Grammar of intiemere Sylvan Esso, met door elkaar fladderende zanglijnen. Dan weer neemt de een de leiding, dan krijgt de ander de ruimte om te stralen. Supersympathiek, en er hangt echt een bijzondere chemie tussen die twee. En dan...

Oei, een kleffe piano-cover van OutKast-hit Roses?
Hartstikke ontroerend, toch? Zo weten ze echt bloot te leggen dat het eigenlijk een heel mooi liedje is, en tegelijkertijd geven ze het een waanzinnige nieuwe context. Nee geintje, echt een draak! Wat is het toch, dat mensen zo graag emo-versies van hun favoriete hiphop-liedjes horen? Het zou grappig zijn als ze ironisch waren, maar dit is bloedserieus. Liefhebbers van het genre: kijk vooral ook deze cover van Desiigner’s rammer Panda, of Op Me Monnie (akoestisch) van FamkeLouise. Die cover is alsof je halverwege een hele leuke eerste date hoort dat hij/zij Gigli echt een hele mooie film vindt. Het was een hele leuke date met IDER, maar ze hebben het aardig verpest. (TP)

Luister: Body Love

Roze diamantje ROE moet zichzelf nog slijpen

De 18-jarige ROE (volgende week is ze jarig!) heeft haar leven nog voor zich, maar de Noord-Ierse heeft kennelijk al wat knauwtjes gehad in het leven. Nee, haar liedjes zijn niet al te vrolijk, dat weet ze zelf ook wel. Maar echt somber is ze nu ook weer niet. Dat liedje over haar demente grootvader bijvoorbeeld gaat over hoe hij diep van binnen nog steeds zichzelf is. Da’s zoet toch? En ach, al te zwaar kan het ook niet worden als je zo’n schattig meisje tegenover je ziet, met roze krullen en een tuinbroek. Talent heeft ze ongetwijfeld, en zelfs al een paar heel sterke liedjes, nu langzaam gaan schaven.

Wat vind je van haar set-up?
Bijna alles speelt ze alleen op gitaar, en dat voelt een beetje te mager. Leuker is het als ze de elektronische set-up naast zich in werking zet, en die upbeat synthpop tune was zelfs echt heel goed. Zullen we ROE nog even met rust laten en afspreken dat ze hier over twee jaar met een hele band en een pak geweldige liedjes staat? (AdV)

Luister: Playground Fights

Sam Fender krijgt zelfs verveelde industrietypes stil

Met een verse 3FM Megahit op zak, is het dringen bij Sam Fender. De rij staat bijna tot om de hoek bij Huis de Beurs. Misschien dat zijn actuele onderwerpkeuze ook helpt met de buzz: gender, Big Brother surveillance, de rol van de media. 

Met zijn onderwerpen onderscheidt hij zich dus, ook met zijn muziek?
Mwah, maar eigenlijk gebeurt er iets geks. Zijn popband, die af en toe voorzichtig puntig rockt, jat overal van vandaan: rifje van The Strokes, loopje van The War on Drugs, een beetje The Killers. Het gaat het ene oor in, het andere uit. Uiteindelijk klinkt het als vrij generieke radiopop. Maar het is Fenders stem die het verschil maakt. Juist doordat hij opvallend clean zingt, weet hij het een enorme lading te geven. Helemaal als hij – als er nog tijd over is – solo achter zijn piano een toegift doet. Zo krijgt hij zelfs de meest verveelde industrietypes die aan de bar aan het netwerken zijn muisstil. (RH)

Luister: Play God

Zeal & Ardor flirt met de duivel

Het pittige toetje van de eerste dag heet Zeal & Ardor, een nogal curieuze band uit Zwitserland die al op gerenommeerde festivals als Roadburn, Le Guess Who? en Best Kept Secret. In alle opzichten een vreemde eend in de bijt hier dus, want een extreem eigenzinnige act die al lang en breed bewezen heeft een eigen doelgroep te hebben. Wat is er dan zo curieus aan? Nou, de Zwitserse Amerikaan Manuel Gagneux, leider van de band, voegt elementen samen die je zelden samen hoort. Het gaat van snoeiharde black metal met dubbele bass kicks en krijsende vocals naar mooie intense gospel of oude blues, om vervolgens weer abrupt rechtsaf te slaan en door middel van hiphop beats te flirten met nu metal. En dat zonder al te opportunistisch te klinken. Key in de band zijn twee backing vocalisten, die zo belangrijk zijn dat ze helemaal vooraan naast hun frontman mogen staan. Een heel eigen concept, strak uitgevoerd.

Maar echt mooi is het niet, toch?
Nee, maar dat is ook niet de bedoeling. Het is juist een verwarrend amalgaam van satanistisch geflirt en spirituele soul searching. (AdV)

Luister: Devil Is Fine