MEROL heeft knaldrang, maar de clubs blijven leeg
Zangeres komt met smachtende ode aan het nachtleven
Ze mist het indrinken bij Tim. Het wachten in de rij. De stempel op de pols die je er nooit meer afkrijgt. Ze mist een avond vol belofte, seks in de lucht en seks op ’t toilet. MEROL heeft ‘knaldrang’, maar de clubs blijven leeg. Dat is de strekking van haar vandaag verschenen single, die ze schreef met Koen van de Wardt (Klangstof).
‘Die energie van het clubben, die kan ik nergens anders kwijt’, verzucht Merel Baldé aka MEROL als ze over het nummer begint. ‘Ik ben een brok ellende. Ik vind het leven zo saai, ik ben helemaal afgevlakt en maak geen hoogtepunten meer mee. Je hartslag blijft de hele week hetzelfde, wat een dooie boel.’
Daarom dus de single ‘knaldrang’, en daarom zocht ze acht Amsterdamse nachtclubs op voor de videoclip. ‘Heel gek om daar binnen te zijn. Het zijn stuk voor stuk clubs waar ik normaal uitga, dus ik werd de hele tijd herinnerd: oh, hier tegen het muurtje heb ik nog staan tongen. Ah, daar in de hoek heb ik gekotst. Het was… nostalgisch. En van RADION tot de NYX, met tl-licht aan lijken de clubs allemaal veel kleiner dan in mijn herinnering. Als het vol mensen is, kun je overal kleine hoekjes en avontuur vinden. Zo zie je maar weer: het zijn de mensen en het feest, dát blaast ziel in een club.’
Het nachtleven heeft het sinds maart zwaar te verduren, de clubs kunnen niet open en missen steun vanuit Den Haag. Deze week pleitten wethouders van de grote steden voor meer financiële support voor de clubs, via het tweede culturele steunpakket. Maar een echt perspectief wil minister Van Engelshoven de clubs vooralsnog niet geven, bleek in het Tweede Kamer-debat van eerder deze week. Veel mensen vrezen dus dat er straks geen uitgaansleven meer over is tegen de tijd dat we weer mogen. ‘Ik maak me daar ook zorgen om, maar tegelijkertijd lees ik elke week wel weer een verhaal over knaldrang, over het belang van het nachtleven. Het is niet alleen effe dansen of drugs doen, clubs zijn ook een safe space waar mensen zichzelf kunnen zijn of anoniem kunnen blijven. Daarom vond ik het heel belangrijk om Club Church ook in de clip te hebben, een club voor alle verschillende fetishes en subgroepen in de gay community. Wat voor sommigen geloof is in god, is voor anderen technomuziek. Ik hoop dat dat besef doordringt bij beleidsmakers. Deze single is een ode aan de clubs waarmee ik wat troost wil bieden, maar hopelijk kan ik er ook een extra zetje mee geven.’